SV | En er was niemand, die hen verloste; want zij was verre van Sidon, en zij hadden niets met enigen mens te doen; en zij [lag] in het dal, dat bij Beth-rechob is. Daarna herbouwden zij de stad, en woonden daarin. |
WLC | וְאֵ֨ין מַצִּ֜יל כִּ֧י רְֽחֹוקָה־הִ֣יא מִצִּידֹ֗ון וְדָבָ֤ר אֵין־לָהֶם֙ עִם־אָדָ֔ם וְהִ֕יא בָּעֵ֖מֶק אֲשֶׁ֣ר לְבֵית־רְחֹ֑וב וַיִּבְנ֥וּ אֶת־הָעִ֖יר וַיֵּ֥שְׁבוּ בָֽהּ׃ |
Trans. | wə’ên maṣṣîl kî rəḥwōqâ-hî’ miṣṣîḏwōn wəḏāḇār ’ên-lâem ‘im-’āḏām wəhî’ bā‘ēmeq ’ăšer ləḇêṯ-rəḥwōḇ wayyiḇənû ’eṯ-hā‘îr wayyēšəḇû ḇāh: |
En er was niemand, die hen verloste; want zij was verre van Sidon, en zij hadden niets met enigen mens te doen; en zij [lag] in het dal, dat bij Beth-rechob is. Daarna herbouwden zij de stad, en woonden daarin.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En er was niemand, die hen verloste; want zij was verre van Sidon, en zij hadden niets met enigen mens te doen; en zij [lag] in het dal, dat bij Beth-rechob is. Daarna herbouwden zij de stad, en woonden daarin.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!